iDVD - De coderingskwaliteit instellen

Hoofdstuk 2

Leren werken met iDVD

9

De coderingskwaliteit instellen

m

Kies 'iDVD' > 'Voorkeuren' en klik vervolgens op 'Projecten'. Kies een
coderingsinstelling.

Als u 'Hoogste prestaties' kiest, wordt uw video in de achtergrond gecodeerd terwijl u
aan uw project werkt, in plaats van dat wordt gewacht totdat u het project gaat
branden. Hierdoor kan een kant-en-klare dvd aanzienlijk sneller worden voltooid. Dit is
een goede optie als uw project een lengte heeft van een uur of minder (voor een
enkellaagsschijf ). Uw project is sneller afgerond en de coderingskwaliteit is uitstekend
voor de hoeveelheid video die u hebt.

'Hoge kwaliteit' verdient de voorkeur bij grotere projecten die tussen een en twee
uur lang zijn (voor een enkellaagsschijf ). Met deze instelling kiest iDVD de hoogst
mogelijke bitsnelheid voor de hoeveelheid gegevens die u op de schijf wilt opnemen.
Bij deze optie worden alle gegevens 'samengepakt' op een schijf bij een bitsnelheid die
een goede uiteindelijke videokwaliteit waarborgt. Doordat de codering niet in de
achtergrond plaatsvindt, duurt het branden van uw schijf langer. Het coderingsproces
begint bij het branden van de dvd in plaats van op het moment dat u aan het project
gaat werken.

Bij 'Professionele kwaliteit' wordt gebruikgemaakt van een geavanceerde technologie
om uw video te coderen. Dit resulteert in video van de hoogst mogelijke kwaliteit op
uw gebrande dvd. Net als bij de optie 'Hoge kwaliteit' kunt u met deze optie op een
enkellaagsschijf maximaal een project van circa twee uur kwijt. Bij deze optie duurt het
coderen van een project ongeveer tweemaal zo lang als bij de optie 'Hoge kwaliteit'.
Gebruik deze optie dan ook alleen als u geen rekening hoeft te houden met de factor
tijd.

De uiteindelijke kwaliteit van de dvd is afhankelijk van de kwaliteit van het
bronmateriaal. Films met lagere resoluties, zoals QuickTime-films die u van het internet
hebt gedownload of VHS-videomateriaal, leveren resultaten van mindere kwaliteit op
dan videobeelden die zijn opgenomen met een DV- of HDV-videocamera en
vervolgens zijn bewerkt met videobewerkingssoftware als iMovie, Final Cut Express of
Final Cut Pro.

iDVD is standaard ingesteld op de juiste
modus voor uw regio. In de Verenigde
Staten wordt de NTSC-structuur gebruikt;
in Europa wordt de PAL-structuur
gebruikt.

Kies eerst een coderingsinstelling en voeg
daarna pas een film aan uw project toe.